Purevax RCP | bijsluiter

Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend

Registratiehouder:

MERIAL
29 avenue Tony Garnier
F-69007 LYON
FRANKRIJK

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:

MERIAL
Laboratoire Porte des Alpes
Rue de l'Aviation
F-69800 SAINT PRIEST
FRANKRIJK

Aard van het middel

Vaccin

Benaming van het diergeneesmiddel

Purevax RCP
Lyofilisaat en oplosmiddel ter suspensie voor injectie

Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen

Per dosis van 1 ml:

Lyofilisaat:
Levend verzwakt feliene rhinotracheïtis herpesvirus (stam FHV F2) ............................ ≥ 104,9 CCID501
Geïnactiveerde feliene Calicivirus antigenen (stammen FCV 431 en G1) .................... ≥ 2,0 ELISA U.
Levend verzwakt feliene panleucopenie virus (PLI IV) ................................................. ≥ 103,5 CCID501

Hulpstoffen:
Gentamicine, hoogstens ............................................................................................................... 16,5 μg

Oplosmiddel:
Water voor injectie.......................................................................................................................q.s. 1 ml
1: cell culture infective dose 50%

Indicatie(s)

Actieve immunisatie van katten van 8 weken en ouder:

  • tegen feliene virale rhinotracheïtis ter vermindering van klinische symptomen,
  • tegen infecties met het calicivirus ter vermindering van klinische symptomen en excretie,
  • tegen feliene panleucopenie voor de preventie van sterfte en klinische symptomen.

Immuniteit werd aangetoond vanaf 1 week na het basisvaccinatieschema tegen de rhinotracheïtis, calicivirus en panleucopenie componenten.
De immuniteitsduur is 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie voor de rhinotracheïtis en calicivirus componenten, en 3 jaar voor de panleucopenie component.

Contra-indicatie(s)

Niet gebruiken bij drachtige dieren.
Gebruik wordt afgeraden tijdens de lactatie.

Bijwerkingen (frequentie en ernst)

Bij normaal gebruik kan incidenteel een voorbijgaande apathie en anorexie alsook hyperthermie (gewoonlijk gedurende 1 of 2 dagen) optreden. Een lokale reactie (een lichte pijn bij palpatie, jeuk of een beperkt oedeem) kan optreden, deze verdwijnt binnen hoogstens 1 of 2 weken.
In uitzonderlijke omstandigheden kan een overgevoeligheidsreactie optreden, die een aangepaste symptomatische behandeling kan vereisen.

Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is

Katten.

Dosering voor elke doeldiersoort, wijze van gebruik en toedieningsweg(en)

Subcutane injectie van één 1-ml dosis vaccin, na oplossing van het lyofilisaat met het oplosmiddel, volgens het onderstaand vaccinatieschema:

Basisvaccinatieschema:

  • 1e injectie: vanaf een leeftijd van 8 weken,
  • 2e injectie: 3 tot 4 weken later.

Wanneer hoge titers van maternale antistoffen tegen de R, C of P componenten verwacht kunnen worden (bijvoorbeeld bij kittens met een leeftijd van 9-12 weken waarvan de moeders zijn gevaccineerd vóór de dracht en/of die zeker of vermoedelijk eerder zijn blootgesteld aan één of meer
van de pathogenen) moet het schema voor de basisvaccinatie uitgesteld worden tot de leeftijd van 12 weken.

Herhalingsvaccinatie:

  • 1 jaar na de basisvaccinatie met alle componenten,
  • daarna elk jaar met de rhinotracheïtis en calicivirose componenten, en elke 3 jaar met de panleucopenie component.

Aanwijzingen voor een juiste toediening

Na reconstitutie onmiddellijk gebruiken.

Beschikbare gegevens ten aanzien van de veiligheid en werkzaamheid tonen aan dat dit vaccin kan worden vermengd en toegediend met het niet-geadjuveerde vaccin van Merial tegen feliene leukemie en/of op dezelfde dag kan worden toegediend maar niet kan worden vermengd met het geadjuveerde vaccin van Merial tegen rabiës.

Wachttermijn

Niet van toepassing

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.
Bewaren en transporteren bij 2 °C - 8 °C.
Bescherm tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.

Speciale waarschuwingen

Alleen bij gezonde dieren gebruiken.

In geval van accidentele zelf-injectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

Niet gebruiken bij drachtige dieren.
Gebruik wordt afgeraden tijdens de lactatie.

Geen andere symptomen dan deze reeds vermeld in onderdeel "Bijwerkingen" werden opgemerkt na toediening van meerdere doses, buiten een hyperthermie die bij uitzondering 5 dagen kan duren.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan

Verwijder de restanten van het middel door koken, verbranding of onderdompeling in een geschikt desinfectiemiddel, goedgekeurd voor gebruik door de bevoegde instantie.

De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**

31 januari 2013.

Overige informatie

Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar diergeneesmiddel.

Verpakking
Verpakking met 10 flacons met 1 dosis lyofilisaat en 10 flacons met 1 ml oplosmiddel
Verpakking met 50 flacons met 1 dosis lyofilisaat en 50 flacons met 1 ml oplosmiddel

Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Registratienummer: REG NL 10321Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

**Datum van toevoeging van bovenstaande bijsluitertekst aan diergeneesmiddelen.info: 4 december 2014 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).

Status voor gebruik bij dieren in Nederland

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken.